Geen cumulatie van ontslaggronden

Een werkgever kan de arbeidsovereenkomst met een van zijn werknemers alleen opzeggen als daar een redelijke grond voor is. Daarnaast geldt als vereiste dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn in een andere passende functie niet mogelijk mag zijn. De wet bevat een opsomming van wat onder een redelijke grond wordt verstaan. Deze opsomming is geletterd van a tot en met h. In procedures over de beëindiging van een arbeidsovereenkomst wordt vaak gerefereerd aan deze letters om aan te geven op welke grond het verzoek tot beëindiging is gebaseerd. De zogenaamde h-grond omvat andere dan de onder a tot en met g genoemde omstandigheden, die van een zodanige aard moeten zijn dat van de werkgever niet geacht kan worden dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortbestaan. Deze “restgrond” is niet bedoeld als een reparatiemogelijkheid voor het geval dat andere aangedragen gronden voor ontslag ieder voor zich onvoldoende zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Met andere woorden, deze bepaling kan niet worden gebruikt voor gcumulatie van een aantal onvoldoende redenen voor ontslag.

In het regeerakkoord staat overigens dat het nieuwe kabinet een dergelijke cumulatie van ontslagredenen mogelijk wil maken.