Gebruik en vernietiging van camerabeelden voor belastingheffing
De Hoge Raad heeft op 24 februari 2017 geoordeeld dat de Belastingdienst voor de controle op het privégebruik van een auto van de zaak geen gebruik mag maken van met ANPR-camera’s vastgelegde beelden. Als een gevolg van dit oordeel is de Belastingdienst ook gestopt met het gebruik van camerabeelden voor de motorrijtuigenbelasting (MRB).
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de Belastingdienst verzocht de ANPR-camerabeelden direct te vernietigen en haar hierover te informeren. Het vernietigen van het centrale bestand met ANPR-camerabeelden is op 4 mei 2017 afgerond. De verwijdering van de camerabeelden uit de technische back-ups zal 90 dagen na 4 mei 2017 afgerond zijn. Dat gaat via een geautomatiseerd proces. Deze back-ups zijn niet voor gebruik benaderbaar, aldus de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer. De staatssecretaris sluit niet uit dat er decentraal nog ANPR-camerabeelden opgeslagen zijn, bijvoorbeeld in dossiers van individuele belastingplichtigen. De ANPR-camerabeelden blijven in die gevallen onderdeel van het dossier totdat het na afloop van de bewaartermijn vernietigd wordt. De Belastingdienst onderzoekt de mogelijkheid om decentrale bestanden, waaronder de relevante individuele dossiers, digitaal te lichten en de ANPR-camerabeelden daaruit te verwijderen.
De Belastingdienst is van plan om na aanpassing van de processen voor de MRB en de belasting zware motorijtuigen (BZM) weer gebruik te gaan maken van ANPR-camerabeelden. Hierover treedt de Belastingdienst in overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens. Voor het gebruik van ANPR-camerabeelden voor de controle op het privégebruik wordt gezocht naar een wettelijke grondslag.