Compensatie verlies werknemersparticipatie
In het kader van een participatieprogramma voor het management kocht een werknemer in 2006 600 certificaten van aandelen van € 500 voor een totaalbedrag van € 300.000. Op grond van dit programma waren de deelnemers verplicht bij beëindiging van hun dienstbetrekking de certificaten van aandelen over te dragen tegen de ‘fair market value’. Nadat de dienstbetrekking van de werknemer als gevolg van een arbeidsconflict per 1 augustus 2007 was beëindigd, verkocht de werknemer zijn 600 certificaten van aandelen voor een prijs van € 0,02. In een procedure over het ontslag kende Hof Den Bosch een schadevergoeding toe wegens kennelijk onredelijk ontslag. Voor een bedrag van € 300.000 had de vergoeding betrekking op het verlies door de verplichte verkoop van de voornoemde certificaten. De werkgever betaalde dit bedrag uit onder inhouding van € 156.000 aan loonheffing.
Volgens de Hoge Raad was het door de werknemer bij de verplichte verkoop van de certificaten geleden nadeel van € 300.000 in 2008 negatief loon. De in 2010 ontvangen vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag was door de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking genoten en vormde daarom loon. Een door een werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking ontvangen vergoeding die staat tegenover een nadeel dat als negatief loon is aan te merken, vormt een beloningsvoordeel. De vergoeding kan daarom niet worden aangemerkt als een vrij te stellen vergoeding. Saldering met het in een eerder jaar genoten negatieve loon is niet mogelijk, ook niet als het negatieve loon ten onrechte niet in de inkomstenbelasting is betrokken.