Loon deels door verrekening genoten

De dga en enig werknemer van een bv was met de bv een bruto loon overeengekomen van € 99.000. De bv betaalde het daarmee corresponderende netto loon aan de dga. In zijn aangiften inkomstenbelasting verwerkte de dga het overeengekomen bruto loon als loon. Het verschil tussen het bruto en netto bedrag verwerkte hij in de aangiften als te verrekenen loonbelasting.

Hof Den Bosch stelde vast dat de bv de verschuldigde loonheffing niet heeft afgedragen. Volgens het hof was de bv ook niet van plan om tot afdracht over te gaan. Naar het oordeel van het hof is op het loon in een reeks van jaren geen loonheffing ingehouden. Omdat de dga niet te goeder trouw was, had hij geen recht op verrekening van loonbelasting met de door hem verschuldigde inkomstenbelasting. Op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof oordeelde de Hoge Raad dat de dga, gezien de vaststellingen door het hof, het bedrag van de over het brutoloon verschuldigde loonheffing niet door inhouding heeft genoten. De bewijslast of de dga dit bedrag op een andere wijze heeft genoten rust op de inspecteur.

Na verwijzing oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden als volgt. De verschuldigde loonheffing behoort tot het overeengekomen loon. De bv was gerechtigd op het loon de verschuldigde loonheffing in te houden. Nu vaststaat dat de bv dat niet heeft gedaan, was het gehele overeengekomen loon vorderbaar. Inbaar was het loon voor zover de dga voldoening van de betaling kon bewerkstelligen door verrekening met een schuld die hij aan de bv had. De hoogte van de schuld in rekening-courant van de dga aan de bv per ultimo 2007 was voldoende om de verschuldigde loonheffing over 2006 en 2007 te verrekenen. In de jaren 2006 en 2007 heeft de dga de overeengekomen bruto beloning van de bv genoten, zonder inhouding van loonheffing. In de aanslagen inkomstenbelasting was daarom voor verrekening van ingehouden loonheffing geen plaats. De aanslagen over deze jaren bleven in stand. 

Uitgaande van de hoogte van de schuld van de dga aan de bv volgens de eindbalans van 2008 had de dga na de verrekening van de loonheffing over 2006 en 2007 per saldo geen schuld meer aan de bv. Verrekening van de loonheffing over 2008 was niet mogelijk. Dat bedrag heeft de dga daarom niet genoten. Dat gold ook voor de bedragen aan loonheffing over de jaren 2009 en 2010. Het hof verminderde de aan de dga opgelegde aanslagen voor de jaren 2008 tot en met 2010. Het bruto inkomen uit zijn dienstbetrekking bij de bv werd in die jaren gesteld op het netto ontvangen bedrag. Omdat er geen loonheffing was ingehouden, was verrekening daarvan met de verschuldigde inkomstenbelasting niet aan de orde.

Mogelijk minder goed bereikbaar: woensdag 20 november

lees meer