Nota naar aanleiding verslag temporisering verhoging AOW-leeftijd
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsvoorstel temporisering verhoging AOW-leeftijd naar de Eerste Kamer gestuurd. In de nota beantwoordt de minister vragen van diverse fracties. Veel vragen hebben betrekking op het pensioenakkoord en op de koppeling van de AOW-leeftijd aan de stijgende levensverwachting met ingang van 2025. Die zaken worden in dit wetsvoorstel niet geregeld. In het najaar van 2019 zal de minister de Kamer informeren over de voortgang van de uitwerking van de hoofdlijnen van het pensioenakkoord. Daarna volgt de benodigde aanpassing van de wet- en regelgeving.
De minister is niet van plan om te komen met een overbruggingsregeling. Met inachtneming van een redelijke overgangstermijn van zes maanden tussen de publicatie in het Staatsblad en de inwerkingtreding op 1 januari 2020 is verdere compensatie niet nodig of wenselijk. De inkomenseffecten zijn beperkt. De minister merkt daarbij op dat het zeer lastig is om iedereen die door de maatregel geraakt wordt op de juiste wijze te compenseren.
De mogelijkheden om regels te stellen over reeds afgesloten verzekeringsproducten zijn beperkt. Dit betreft private overeenkomsten die tussen beide partijen overeen zijn gekomen. Verzekerden en verzekeraars zouden -voor zover de contractuele relatie dat toestaat- uiteraard wel in onderling overleg tot een aanpassing van de datum kunnen komen.