Onderzoek vereenvoudiging oprichting bv
De minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat hebben onderzoek laten doen naar mogelijkheden voor vereenvoudiging van de oprichting van een bv. Voor het oprichten van een bv is een notariële akte vereist. De bv moet daarna worden ingeschreven in het handelsregister. De inschrijving van de bestuurders en commissarissen van de bv maakt deel uit van de inschrijving van de bv. Het onderzoeksrapport schetst een aantal mogelijkheden. De staatssecretaris wil deze mogelijkheden vertalen in aantal beleidsopties.
Op grond van een Europese richtlijn (EU 2019/1151) zal de oprichting van een bv, behoudens enkele uitzonderingen, online moeten kunnen worden afgewikkeld. De richtlijn bepaalt dat de oprichting binnen vijf dagen afgewikkeld moet zijn indien de bv wordt opgericht door uitsluitend natuurlijke personen en gebruik wordt gemaakt van modellen die ter beschikking gesteld worden. In andere gevallen moet de oprichting binnen tien dagen worden afgerond.
Voor de oprichting van een personenvennootschap is de in voorbereiding zijnde nieuwe wetgeving van belang. De onderzoekers bepleiten de verplichte inschrijving van commanditaire vennoten in het handelsregister. In het huidige recht bestaat deze verplichting niet.
De onderzoekers schetsen drie basisscenario’s voor verandering van de oprichtingsprocedures van een bv en een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid. Het eerste scenario gaat uit van oprichting zonder verplichte rol voor de notaris. Het tweede scenario laat alleen eenvoudige oprichtingen zonder notaris geschieden. Het derde scenario gaat uit van oprichtingen via de notaris in alle gevallen.
De onderzoekers geven als mogelijkheden voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid aan de combinatie van het verlijden van de notariële akte en de inschrijving in het handelsregister, door de inschrijving in het handelsregister of door een eerdere notariële akte. Een derde optie houdt in dat de KvK voorafgaand aan de oprichting van een rechtspersoon een preventieve fraudecheck doet, met de bevoegdheid om op basis daarvan de oprichting tegen te houden.