Rechtbank vernietigt loonsanctie: beoordeling re-integratie door UWV niet juist
De werkgever is gedurende de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid van een werknemer verplicht het loon door te betalen. Het UWV kan de periode van loondoorbetaling verlengen wanneer de werkgever onvoldoende inspanningen heeft verricht om de werknemer te laten re-integreren.
De rechtbank Oost-Brabant heeft het besluit van het UWV om aan een werkgever een loonsanctie op te leggen vernietigd. De werkgever was bij de re-integratie afgegaan op het advies van de bedrijfsarts. Volgens het UWV zijn daardoor re-integratiekansen gemist. Het UWV beriep zich op vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep dat een onjuist advies van een bedrijfsarts voor rekening en risico komt van de werkgever. De rechtbank is van oordeel dat met deze “voor rekening en risico” benadering in loonsanctiezaken onvoldoende recht wordt gedaan aan de in de Wet WIA neergelegde norm dat bij de beoordeling van re-integratie-inspanningen de vraag is of de werkgever in redelijkheid tot de re-integratie-inspanningen heeft kunnen komen. Het UWV heeft niet onderzocht of de werkgever redenen had moeten hebben om te twijfelen aan het advies van de bedrijfsarts. Volgens de rechtbank waren die redenen er niet.
Hiermee nuanceert de rechtbank de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, dat afgaan op het advies van een bedrijfsarts voor rekening en risico komt van de werkgever als het advies onjuist blijkt te zijn. De rechtbank vindt dat met haar benadering in loonsanctiezaken meer recht wordt gedaan aan het bepaalde in de Wet WIA.