Toepassing relatiebeding

In een arbeidsovereenkomst kan een non-concurrentiebeding zijn opgenomen. In het Burgerlijk Wetboek wordt dit omschreven als een beding tussen werkgever en werknemer, dat de werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn. Algemeen wordt aangenomen dat deze omschrijving ook van toepassing is op een relatiebeding. Ook dat beding beperkt de werknemer om op zekere wijze werkzaam te zijn, door te voorkomen dat hij zakelijke relaties van de (voormalige) werkgever benadert en bedient. Wil een relatiebeding geldig zijn, dan moet het aan de wettelijke vereisten voor een non-concurrentiebeding voldoen.

In een procedure voor de kantonrechter was in geschil of een werknemer het overeengekomen relatiebeding zou schenden door in dienst te treden van een andere werkgever om daar potentieel concurrerende werkzaamheden te verrichten. Volgens de kantonrechter heeft het overeengekomen beding alleen betrekking op relaties van de werkgever en niet ook op diens concurrenten. De kantonrechter diende vervolgens de vraag te beantwoorden of de beoogde werkgever een relatie van de huidige werkgever is. De huidige werkgever heeft dat aan de hand van de overgelegde stukken en de gegeven toelichting vooralsnog niet aannemelijk gemaakt. De beoogde werkgever heeft schriftelijk verklaard geen enkele samenwerking met de huidige werkgever aan te willen gaan na de beëindiging van de relatie in 2019. Het relatiebeding bepaalt niet hoe lang een partij nog als een relatie in de zin van het beding moet worden aangemerkt. Volgens de kantonrechter is het relatiebeding onredelijk breed geformuleerd en benadeelt het de werknemer onredelijk in de vrijheid van arbeidskeuze.

Naar het oordeel van de kantonrechter is van een overtreding van het relatiebeding geen sprake als de werknemer per direct bij de beoogde werkgever in dienst treedt. Voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure het relatiebeding zal worden beperkt tot relaties voor wie de werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt in de twee jaar voordat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is geëindigd. Daarop vooruitlopend heeft de kantonrechter het relatiebeding geschorst.

Bron: Rechtbank Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLRBAMS20224655, 9971144 KK EXPL 22-392 | 08-08-2022

Mogelijk minder goed bereikbaar: woensdag 20 november

lees meer