Nieuw verzoek toepassing 30%-regeling mogelijk?

De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) gaat in een conclusie in op de vraag of een werknemer en een werkgever met succes een nieuw (derde) verzoek kunnen indienen voor de toepassing van de 30%-regeling voor een nieuwe periode na een eerdere toewijzende beschikking. Het was de tweede keer dat deze werkgever en werknemer een verzoek om toepassing van de regeling deden.

Het hof heeft eerder in de procedure geoordeeld dat de werknemer ten tijde van het derde verzoek niet meer als 'ingekomen werknemer' kan worden aangemerkt, omdat hij al in Nederland werkte en niet vanuit het buitenland is aangeworven door de nieuwe werkgever. De AG merkt op dat het hof eraan voorbij is gegaan dat bij een wisseling van werkgever de toets niet is of de nieuwe werkgever de werknemer vanuit het buitenland heeft geworven, maar of de vorige werkgever dat heeft gedaan. Er is discussie over de vraag of meer dan één keer een verzoek om toepassing van de 30%-regeling kan worden gedaan voor dezelfde tewerkstelling.

De AG meent dat het derde verzoek als een nieuw verzoek moet worden beschouwd en dat de formele rechtskracht van de eerdere beschikkingen niet in de weg staat aan honorering van dit verzoek. De AG adviseert de Hoge Raad om de beroepen in cassatie gegrond te verklaren, wat zou betekenen dat het verzoek voor de periode van 1 maart 2019 tot en met 29 februari 2020 gehonoreerd zou moeten worden.

Daarnaast is per 1 januari 2024 een nieuwe regeling geïntroduceerd, die voorziet in de mogelijkheid tot herziening van een 30%-beschikking. Dit kan indirect van belang zijn voor de zaak, omdat belanghebbenden mogelijk alsnog kunnen bereiken wat zij beogen via een verzoek om herziening.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2024350, 23/01149, 23/01127 | 28-03-2024

Mogelijk minder goed bereikbaar: woensdag 20 november

lees meer