Vertrouwen bedrijfsarts terecht, loonsanctie onterecht

Een werknemer valt door ziekte uit in zijn rol als serviceadviseur en dient later een WIA-aanvraag in bij het UWV. Tijdens de re-integratie schakelt de werkgever een bedrijfsarts in om de belastbaarheid van de werknemer vast te stellen. Op basis van dit medisch advies onderneemt de werkgever re-integratie-inspanningen. Daarnaast vraagt de werkgever ter ondersteuning een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Het UWV behandelt dit verzoek echter niet, omdat de werknemer al meer dan anderhalf jaar arbeidsongeschikt is.
Loonsanctie
Het UWV concludeert later dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever tekortschieten en legt een loonsanctie op. Dit betekent dat de werkgever verplicht is het loon van de werknemer langer door te betalen. De werkgever maakt bezwaar, maar het UWV blijft bij zijn beslissing. Hierop besluit de werkgever beroep in te stellen bij de rechtbank.
Oordeel bedrijfsarts
Tijdens de rechtszaak legt de werkgever uit dat hij terecht op het oordeel van de bedrijfsarts heeft vertrouwd, omdat dit zorgvuldig en consistent was. De rechtbank is het daarmee eens en oordeelt dat de werkgever niet hoefde te twijfelen aan het advies van de bedrijfsarts of dat hij aanvullende stappen had moeten ondernemen. Het beroep wordt gegrond verklaard. De rechtbank herroept de loonsanctie.