Geen gerechtvaardigd belang bij voortbestaan slapend dienstverband
Nadat de Hoge Raad op 8 november 2019 arrest heeft gewezen in een zaak van een slapend dienstverband, komt er veel lagere rechtspraak los.
Hof Den Haag heeft onlangs een zaak behandeld van een slapend dienstverband, dat was beëindigd doordat de werknemer inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Het verzoek van de werknemer om betaling van een transitievergoeding werd om die reden afgewezen. Het hof wees het verzoek om een schadevergoeding wegens slecht werkgeverschap toe.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest een kleine opening gelaten voor de instandhouding van slapende dienstverbanden. De werkgever mag een slapend dienstverband in stand houden als hij daar een gerechtvaardigd belang bij heeft. Dat kan zijn het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer. De werkgever in de procedure voor het hof meende dat die mogelijkheden er waren. Die mogelijkheden baseerde de werkgever op het lage arbeidsongeschiktheidspercentage van de werknemer. Re-integratie was echter niet mogelijk bij de werkgever zelf. Om die reden oordeelde het hof dat de werkgever geen te respecteren belang bij instandhouding van het dienstverband had.
Opmerkelijk is dat de werknemer wegens zijn lage mate van arbeidsongeschiktheid geen arbeidsongeschiktheidsuitkering kreeg voor zijn pensionering, maar een WW-uitkering.