Revisierente bij afkoop lijfrente
De premies voor een lijfrenteverzekering zijn onder voorwaarden aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Een van de voorwaarden is dat de verzekering normaal tot uitkering komt. Bij afkoop van een lijfrenteverzekering waarvan de premies aftrekbaar waren, is niet alleen inkomstenbelasting verschuldigd maar ook revisierente. De revisierente bedraagt 20% van de afkoopwaarde van de polis. De revisierente is bedoeld als compensatie voor het feit dat in het verleden ten onrechte een belastingvoordeel is genoten. Voor zover premies niet in aftrek zijn gebracht, is geen revisierente verschuldigd.
In een procedure bestreed een belastingplichtige de bij afkoop van een lijfrente berekende revisierente. Omdat voor de premies op grond van de wet recht op aftrek bestond, moest de belastingplichtige bewijzen dat de premies niet in aftrek waren gebracht. Dat bewijs kon de belastingplichtige niet leveren. Bij het afsluiten van de lijfrenteverzekering was premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid meeverzekerd. Door het intreden van arbeidsongeschiktheid heeft de verzekeraar een deel van de premies moeten inleggen. Volgens de belastingplichtige zijn de door de verzekeraar betaalde premies nooit in aftrek gebracht. Daarom zou in elk geval een deel van de revisierente niet verschuldigd zijn. De rechtbank deelde deze opvatting niet. De rechtbank merkte de toevoegingen door de verzekeraar niet als betalingen van premie aan. Over de gehele afkoopsom van de lijfrente was revisierente verschuldigd.